Om jouw bezoek aan deze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken en het gebruik van deze website te kunnen blijven verbeteren, plaatsen we cookies. Ook plaatsen we cookies zodat we je gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Door op ‘Akkoord’ te klikken accepteer je alle cookies. Lees meer
Wijzig je voorkeur via de ‘Cookie-instellingen’ onder aan de pagina. Lees het
Cookiebeleid
voor meer informatie.
Deze cookies zijn nodig voor de basisfunctionaliteiten van de website en zijn daarom standaard ingeschakeld.
Met deze cookies meten we het gebruik van de website en wordt het mogelijk gemaakt om je een persoonlijkere ervaring te bieden, gebaseerd op je interesses en bestelgedrag. Schakel je deze cookies in, dan kan dat leiden tot een betere ervaring.
Met deze cookies krijg je relevante advertenties en andere content aangeboden op basis van jouw interesses.
Schil de uitjes en zet ze op met de port en de tijm. Voeg groentebouillon toe tot de uitjes onderstaan. Kook ze op niet te hoge stand in circa 45 minuten gaar.
Schep de uitjes uit het vocht en laat ze afkoelen. Kook het vocht in tot een dunne siroop.
Prik gaatjes in het bladerdeeg en steek er een rondje zo groot als de taartvormpjes uit. Leg de rondjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bedek met een vel bakpapier. Leg er iets op, bijvoorbeeld een andere bakplaat, zodat het deeg niet gaat rijzen. Bak het bladerdeeg in een voorverwarmde oven van 180°C in 25 minuten goudbruin en gaar. Laat afkoelen.
Vet de vormpjes in met boter en leg de uitjes erin. Verdeel de siroop erover en zet ze weg tot je ze gaat opwarmen.
Leg het bladerdeeg op de uitjes en warm de taartjes een kwartiertje op in een oven van 160°C. Keer de taartjes om op een bord en verkruimel er wat crottin over. Bestrooi met nog wat tijm
Geef een heel taartje per persoon of snijd hem doormidden als het onderdeel is van een groot menu.
Ingrediënten
600 gr meloesuitjes (of andere kleine zilveruitjes)